Wieringen
Wieringen
Wie wil er mee naar Wieringen varen
's morgens vroeg al in de dauw
Met een mooi meisje van achtien jaren
dat zo graag eens naar Wieringen wou
Refrein:
Schipper, ik hoor de hanen kraaien
Schipper, ik zie de vlaggetjes waaien
Stuurman, laat je roer maar gaan
dan zullen we spoedig op Wieringen staan
Als wij dan straks op Wieringen kwamen
zagen wij de boeren staan
Die hunne spek met lepels aten
daarvoor moet je naar Wieringen gaan
Refrein
Straks in de herberg "t vergulde poortje
daar verkopen ze brandewijn
Een potje vol al om een oortje
suiker en kaneel erbij
Refrein